dinsdag 30 juli 2013

Michelle

‘Scott!’ Moeder riep me, de vijfde keer al in de laatste tien minuten. Ik zette mijn liefste glimlach op en ging naar boven.
‘Scott!’
‘Ja, Mam?’
Ze keek op, verbaasd. ‘Oh, daar ben je. Waar is die ene fles naartoe?’
‘Welke fles, mam? Het ligt hier vol met flessen.’ Ik keek rond in de kamer, er lagen wel drie flessen rode wijn op het bed, ongetwijfeld tot de laatste druppel leeggedronken. Op het nachtkastje stond een half lege fles whisky. Op de vloer vond ik nog vijf flessen, twee waar ooit tequila in had gezeten, nog een lege whiskyfles, één –verbazend genoeg- nog ongeopende fles Mojito en één die ooit gevuld was met witte wijn.
‘Je weet best welke fles ik bedoel!’ Verweet ze me meteen. Ik zuchtte en begon de lege flessen te verzamelen.
‘Weet je, Mam, misschien moet je eens wat minder drinken.’
‘Onzin! Nou? Waar is die fles?’
‘Ik weet het niet en als ik het wist zou ik het je nog niet zeggen, je drinkt te veel.’
Ik draaide me om en liep – met de flessen in mijn armen - de trap af. Ik had stiekem de volle fles ook meegenomen, nu maar hopen dat ze het niet merkte.
‘Skot? Skot? Waa ben je?’
Ik glimlachte. ‘Ik kom zo, Tika! Eerst even dit weggooien!’
‘Oké!’ Hoorde ik haar stemmetje van boven.
Mam had blijkbaar het gekletter van de flessen gehoord, toen ik ze in de gasbak gooide want ik hoorde haar stem weer vanuit haar slaapkamer.
‘Scott! Wat doe je?’
‘Ik gooi alleen maar die lege flessen weg!’
‘Oh, Waar is die Mojito naartoe?’ Gilde ze terug.
‘Mojito? Niet gezien!’ Loog ik.
Onderweg naar boven, griste ik snel de mand met propere was mee van de keukentafel.

Ik stopte even voor Haytika ’s kamer.
‘Hey, Tika, help je me even?’
Ze lachte. ‘Natuulijk!’
Ze huppelde achter me aan naar mijn kamer. Ik glimlachte, Tika kon de letter ‘r’ nog niet uitspreken.
‘Oké, Kan je jouw kleding alvast uit de mand halen?’
‘Ja, want dan heb jij minde wek hé? Dan moet je niet kijken of die kleen van mij zijn of van mama.’
Ik glimlachte. ‘Precies.’
Tika hield ervan me te helpen met de was en de vaat.
‘Oké, dan ga ik even kijken of de vloer in de woonkamer al droog is.’
‘Oké!’                                              

Toen ik weer boven kwam was Tika druk bezig ook mijn kleren uit de mand te halen, er waren wat hemden van vader tussen, maar ik liet haar in de waan dat ze goed bezig was.
‘Kijk eens wat ik heb gedaan!’ juichte ze.
‘Wauw, Tika, wat heb jij dat goed gedaan!’ prijsde ik haar. ‘Ga nu maar terug naar je kamer, ik kom zo.’
Ze trok een pruillipje. ‘Wil je niet mee dat ik help?’
‘Jawel, Tika, maar ik ben zo klaar, je hoeft niets meer te doen, straks gaan we de vaat doen, oké?’
Ik zag haar gezichtje opklaren. ‘Oké!’ En weg was ze. Waggel, waggel, terug naar haar kamertje. Ze was nog te klein om te begrijpen dat mama en papa voor haar hoorden te zorgen en niet de grote broer, gelukkig maar. Het leven was zo al ingewikkeld genoeg.
Al vier jaar deed ik bijna niets anders dan wassen, koken, de vaat doen, kuisen, voor kleine Haytika zorgen en het laatste jaar, kwamen daar ook nog eens mijn studies bij. Ik had beter voor iets gemakkelijker gekozen, maar mijn leerkrachten stonden erop dat ik Filosofie ging volgen en eerlijk gezegd, kon ik ze geen ongelijk geven. Dus bracht ik Haytika elke collegedag naar de crèche en haalde haar daar weer op zodra ik kon, ik kon haar niet bij mam achterlaten, ze wist vast niet eens meer dat ze een dochtertje had, ze sprak nooit over haar.  Pap was al niet veel beter, het enige waar hij om gaf waren aandelen en dossiers, een zakenlunch zo heel af en toe, maar over zijn kinderen sprak hij ook nooit.

De volgende dag moest ik naar college, dus zette ik Haytika om acht uur af bij de crèche en stapte toen op de bus richting centrum. Er waren meer mensen dan gewoonlijk, een heleboel andere vaag bekenden, maar er waren natuurlijk ook weer mensen die ik nog nooit had gezien. Een meisje van zo’n 15 jaar met bruine krullen tot op haar schouders, een moeder met haar twee zoontjes, en een vrouw, ongeveer 21, zoals ik, blond sluik haar tot haar middel, grijze ogen en een schitterende lach. Ze was niet erg groot, ze reikte ongeveer tot net onder mijn schouder, schatte ik. Toen ik een kwartier later de bus uit moest vond ik dat bijna jammer, ik had de hele rit naar haar gekeken, ze had het vast gemerkt.
Zodra ik van de bus stapte, merkte ik dat zij ook afstapte en richting college liep, ik versnelde mijn pas en ging achter haar lopen, ik wou haar aanspreken, maar wist niet goed wat te zeggen. Ze draaide zich bruusk om en keek recht in mijn ogen.
‘Wat is jouw probleem? Je staart een hele rit naar me en gaat dan ook nog eens vlak achter me lopen, ik krijg er de kriebels van!’
‘Heb ik je bang gemaakt? Mijn excuses, dat was echt mijn bedoeling niet, ik probeerde gewoon- Ik wou je graag aanspreken, maar ik vond de juiste woorden niet zo goed ...  Ik ben Scott.’
Ze staarde me aan.
‘Dat is de slapste openingszin die ik ooit heb gehoord.’ Ze draaide zich weer om en liep verder. Ik stond als aan de grond genageld.
Op college aangekomen, viel mijn oog op een vrouw vooraan, zij zou best diezelfde vrouw van eerder kunnen zijn…
Van de les ving ik niet veel op die dag, ik kon enkel aan haar denken. Aan haar mooie blonde haren, haar blauwe ogen en haar lach. Die lach was gewoon prachtig. Ik had hem voor het eerst gezien toen ze op de bus telefoon kreeg. Ze lachte, waarschijnlijk haar vriend. Daarom haatte ze me waarschijnlijk, ze had een vriend. Daarom mocht ik niet naar haar kijken. Ja, dat moest het zijn.

‘Meneer Rider? … Meneer Rider!’
Ik keek geschrokken op. Iedereen was weg. Ik had niet gemerkt dat de les was afgelopen.
‘Meneer Rider, zou u zo vriendelijk willen zijn het lokaal te verlaten?’ Klonk het van mijn leerkracht.
‘Ja, mevrouw.’
Eenmaal buiten zag ik het meisje van de bus weer. Ze praatte met een vriendin. Halverwege een schijnbaar belangrijke uitleg, bevroren haar armen in het midden van de lucht. Ze had me gezien. Idioot. Ik liep snel naar haar toe.
‘Je zou me op z’n minst je naam kunnen vertellen.’ Probeerde ik met een charmante glimlach.
‘Laat me met rust!’ Ze draaide zich snel om en liep resoluut de straat over. Te laat zag ze de wagen die op haar af kwam stormen.

‘Michelle!’ gilde haar vriendin nog. Te laat. Veel te laat. Ik wende mijn blik af.


Michelle … 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten